Wanneer het weer om extra oplettendheid vraagt vanwege gladheid door sneeuwval, ijzel, ijsregen of bevriezing, onweer, regen, hitte, windstoten, wind- en waterhozen of mist dan geeft het KNMI een waarschuwing uit. Daarbij worden verschillende fasen onderscheiden: een waarschuwing voor gevaarlijk weer (code geel), een waarschuwing voor extreem weer (code oranje) of een Weeralarm (code rood), de hoogste waarschuwingsfase.

Een Weeralarm kan op zijn vroegst vanaf 12 uur tevoren worden uitgegeven als het voor minstens 90 procent zeker is dat het extreme weer gaat optreden. Het Weeralarm wordt indien mogelijk vanaf 48 uur tevoren voorafgegaan door een waarschuwing voor gevaarlijk weer en vanaf 24 uur tevoren door een een waarschuwing voor extreem weer. Tijdens de weersituatie waarvoor de waarschuwing geldt het KNMI de waarschuwingsfase opschalen of verlagen. In het bulletin van het Weeralarm, dat minstens elk uur wordt ververst wordt naast de gedetailleerde beschrijving van het weer en de verwachte ontwikkeling aangegeven wat de mogelijke gevolgen of effecten van het extreme weer zijn, zoals bomen die ontworteld kunnen worden, wateroverlast en gevaarlijke situaties op de wegen.

In dit dossier vindt u alle beschikbare informatie over het Weeralarm: wat zijn de criteria, wanneer en hoe vaak wordt het uitgegeven, wie zijn erbij betrokken en hoe het wordt verspreid. U kunt het Weeralarm nu ook op uw eigen site opnemen. Waarschuwingen en het Weeralarm voor 650 regio's in Europa zijn te vinden op de site www.meteoalarm.eu.



Bron knmi